Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

CRANTOR

betekenis & definitie

Crantor (Κραντωρ) van Soli in Cilicië (ca. 335- ca. 275), griekse wijsgeer van de Oude Academie, leerling van Xenocrates en Polemon, vriend van Crates van Thria, leermeester en vriend van ArcesiIaüs van Pitane, aan wie hij zijn bezittingen naliet.

Crantor was de eerste die een commentaar op een van Plato’s dialogen vervaardigde, en wel op de Timaeus. Bovendien schreef hij Περι πενθους; (De rouw) om Hippocles te troosten bij het verlies van diens kinderen; dit - verloren gegane - troostgeschrift verwierf grote faam en werd het model voor de gehele latere → consolatio-literatuur, die door Cicero in Rome werd geïntroduceerd. Kenmerkend voor de acadeimcus Crantor is dat hij niet, zoals de stoïcijnen, de απαθεια maar de μετριοπαθεια (matiging van de affecten) predikte.Lit. Diogenes Laërtius 4, 24-27. - H. von Arnim (PRE 11, 1585-1588). - C. de Vogel, Greek Philosophy 22 (Leiden 1960) 297-300. [Nuchelmans]

< >