Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

CRATES

betekenis & definitie

Crates (Κρατης), griekse eigennaam.

1. Crates van Athene, attische komediedichter uit het midden van de 5e eeuw vC. Volgens Aristoteles (Poëtica 1449.b.7) zou hij de eerste zijn geweest die afzag van persoonlijke spot en een algemene strekking en meer samenhang aan zijn stukken gaf. Van de zes titels die we kennen is de inhoud van zijn Θηρια (Dieren) ons in grote lijnen bekend; daarin kondigde het koor, bestaande uit dieren, een Gouden Eeuw aan, waarin slaven overbodig zouden zijn en alle behoeften van de mensen automatisch bevredigd zouden worden, mits zij geen vlees aten.

Lit. Fragmenten bij J. Edmonds, Fragments of Attic Comedy 1 (Leiden 1957) 152-169. - A. Korte (PRE 11, 1623-1625).

2. Crates van Thebe (ca. 365-285), cynisch wijsgeer. Toen hij als jongeman te Athene kwam, volgde hij eerst onderricht bij Bryson van de megarische school, maar werd spoedig door Diogenes van Sinope tot de leer der →cynici bekeerd. Hij schonk al zijn bezittingen weg en huwde Hipparchia, nadat hij haar broer en haar zelf tot het cynisme had overgehaald. Vervolgens predikte hij, samen met zijn vrouw, overal rondreizend het evangelie der onthechting, troostte de bedroefden en verzoende vijanden; in tegenstelling met Diogenes schijnt hij een vriendelijk en mild criticus voor zijn medeburgers te zijn geweest, die zijn bezoek als de komst van een ’goede demon’ beschouwden. Crates schreef ook gedichten, waaronder parodieën en bewerkingen van bestaande gedichten in cynische zin. De brieven die we van Crates bezitten zijn vervalsingen uit later tijd (R. Hercher, Epistolographi Graeci, Paris 1873,208-217)

Lit. Fragmenten bij H. Diels, Poetarum Philosophorum Graecorum Fragmenta (Berlin 1901). - Diogenes Laërtius 6, 8598. - Stenzel (PRE 11,1625-1631). - D. R. Dudley, A History of Cynicism (London 1937) 42-53.

< >