Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ZUID-SHETLANDS

betekenis & definitie

een ten N.W. en N. van Graham-land in de Zuidelijke Ijszee gelegen eilandengroep, welke zich uitstrekt van 53 0 50' tot 63° 5' W.L. en tot de Falkland Dependencies behoort. De eilanden zijn bergachtig en vulkanisch en vrijwel het gehele jaar met sneeuw bedekt; zij zijn door bevaarbare kanalen van elkaar gescheiden.

De voornaamste eilanden zijn (van O. naar W. gaande): Clarence-, Elephant-, King George- en Livingston- (de beide grootste, resp. 78 X 29 en 62 X 25 km groot), Snow- en Smith-eiland. Ook het kleine, doch belangrijke Deception-eiland behoort er toe.De Zuid-Shetlands werden in 1819 door de Engelsman Smith ontdekt; direct er na trokken er veel Britse en Amerikaanse robbenjagers heen. Zij richtten er zo’n slachting aan onder de pelsrobben, dat deze in twee jaar tijds vrijwel waren uitgeroeid. Zeeolifanten komen thans nog op de kusten voor, terwijl de zeevogels er talrijk zijn, vooral pinguïns en stormvogels.

< >