Wat is de betekenis van zaak?

2023-12-09
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zaak

zaak - Zelfstandignaamwoord 1. een term waarmee een ding of een voorstelling van de geest aangeduid wordt die geen persoon is Dit is een vervelende zaak. 2. iets dat men te behartigen heeft, een aangelegenheid, affaire Wij behartigen uw zaak altijd....

2023-12-09
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zaak

zaak - zelfstandig naamwoord 1. plaats waar men iets maakt of doet om geld te verdienen ♢ Arie heeft een eigen zaak 1. zaken doen [het sluiten van overeenkomsten] 2. geduld is e...


Direct alle 20 resultaten bekijken?

Word vriend van Ensie!

2023-12-09
Woordenboek van het Kadaster

Kadaster (2017)

Zaak

Een zaak is een voor menselijke beheersing vatbaar stoffelijk object

2023-12-09
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

zaak

- ergens geen zaken mee hebben, er zich niet mee te bemoeien hebben. Wat moslimmannen hun vrouwen-bij-de-haard aandoen, daar hebben volgens hem niet-moslims geen zaken mee. - HN, 22-08-2002.

2023-12-09
Basisboek Recht

O.A.P. van der Roest (2000)

Zaak

Het voor menselijke beheersing vatbaar stoffelijke object.

2023-12-09
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Zaak

In de droom gaat het meestal om een deal, die de psyche ons voorstelt, opdat we de adviezen van het onbewuste ter harte nemen. Jonge mensen dromen bijna nooit over zaken doen, omdat ze immers nog aan het begin van het levensgevecht staan. Oudere mensen maken in de droom wel vaker de balans op, maar het gaat hier zelden om financiële kwesties....

2023-12-09
Hoofdlijnen Nederlands Recht

Prof. mr. C.J Loonstra (1992)

zaak

Voor menselijke beheersing vatbaar stoffelijk object. Dit valt uiteen in roerende en onroerende zaken.

2023-12-09
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

zaak

In de verb. er geen zaken mee hebben, er niets mee te maken hebben.

2023-12-09
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zaak

s., saek; (bedrijf), affear(en) (it); (ding), saek, ding (it); een lelijke —, in mâl, raer spul, in rare aksje, grap; een vreemde —, in frjemdichheit, nuverichheit; een gewichtige —, in swierwichtich stik; weten hoe de zaken staan, witte hoe’t de sinne omgiet, hoe’...

2023-12-09
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zaak

v. (...zaken), 1. zeer algemene term waarmee men een ding of een voorstelling van de geest aanduidt die geen persoon is; het begrip is ruimer dan voorwerp, omdat het ook op onstoff. begrippen wordt toegepast: zelfstandige naamwoorden zijn de namen van personen of zaken; stoffelijke en onstoffelijke zaken ; geduld is zulk een...

2023-12-09
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Zaak

(1), alles wat voorwerp van recht kan zijn; (2) onderneming, waarin een bedrijf wordt uitgeoefend.

2023-12-09
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

ZAAK

(juridisch) betekent in het recht allereerst stoffelijk voorwerp. Deze betekenis heeft het woord vooral in het zakenrecht (Boek II van het Burg. Wetboek: „Van Zaken”). Vaak gebruikt de wet voor stoffelijk voorwerp ook het woord goed. In deze zin zijn auteursrecht, octrooirecht, recht op merken en vorderingsrechten geen rechten op...

2023-12-09
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zaak

v. zaken (1 voorwerp, ding; 2 handel, nering, bedrijf, winkel, affaire; in het alg. aangelegenheid; 3 rechtst. geding, proces; ook rechtst. alle goederen en rechten, die een bestanddeel van het vermogen kunnen uitmaken): 1. op de kermis ziet men rare zaken; 2. het is daar een drukke zaak; de zaken gaan goed; voor zaken op reis; goede zaken doen, go...

2023-12-09
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Zaak

= handelsonderneming, bedrijf. Voor het recht, zie ➝ Handelsnaam; Handelsregister. Zie ook ➝ Goed.

2023-12-09
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zaak

(za:k) v. (zaken; -je) I. Eig. iets werkelijks nl. 1. iets dat voor het gerecht wordt gebracht, rechtsgeding, proces : iemands verdedigen; een advokaat de in handen geven; niemand kan rechter zijn in zijn eigen -; korrektionele, kriminele -; een van koophandel; die komt morgen voor (de rechtbank); gerechtszaak; er van maken, gaan procederen. →...

2023-12-09
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Zaak

Zaak - Zaken in rechtskundigen zin zijn alle goederen en rechten, die een bestanddeel van het vermogen kunnen uitmaken (art. 656 B. W. zegt minder juist: welke het voorwerp van eigendom kunnen zijn). Al hetgeen door natrekking tot een zaak behoort, daaronder begrepen de vruchten (zoowel natuurlijke als vr. van nijverheid), zoolang ze tak- of wortel...

2023-12-09
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zaak

v./m. (zaken), 1. ding, voorwerp: hij pakte zijn zaken bijeen, spullen; (ook fig.): geduld is zulk een schone —; zaken, rechten (e); 2. aangelegenheid: dat is een van gewicht; aangelegenheid van belang; een — afhandelen; orde op zaken stellen; bemoei je met je eigen zaken, steek je neus niet in wat wij bespreken of doen; dat is niet ie...

2023-12-09
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Zaak

van den Germ. wt. sak = strijden voor ’t gericht. Een ,,zaak” was dus oorspr. een rechtsgeding of verkort: een ding; zoodat zaak en ding, thans met zeer algemeene bet., nog synoniem zijn.

2023-12-09
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Zaak

Zaak - (boekh.) een geheel van bezittingen en schulden, dat met zeker doel in het leven geroepen is. Zie J. Hagers, Koopmansboekhouden. deel I.

2023-12-09
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZAAK

ZAAK, v. (...zaken), gerechtszaak, proces, rechtsgeding : iemands zaak verdedigen; eene rechtvaardige zaak voorstaan; de zaak komt morgen voor; de zaak is voor den rechter gebracht; men kan, mag geen rechter in zijn eigen zaken zijn; een advocaat zijne zaken in handen geven; — aangelegenheid, bezigheid : hij is stipt in zijne zaken, hij doet...