Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

William Alexander CRAIGIE

betekenis & definitie

Sir, Brits lexicograaf (Dundee 13 Aug. 1867), studeerde aan de St Andrews University, waar hij vervolgens lector in het Latijn werd. Van 1905-’16 was hij lector in de Scandinavische talen te Oxford.

In 1916 werd hij aldaar benoemd tot Rawlinson and Bosworth Professor of Anglo-Saxon, welk ambt hij bekleedde tot 1925. Reeds van 1897 af was hij medewerker aan de Oxford English Dictionary, van welk werk hij van 1901-’33 mede-redacteur was. Hij is niet alleen een groot kenner van het Scandinavisch, Schots en Engels, maar tevens een van de grootste lexicografen. Sinds 1925 woont hij op zijn buiten te Watlington, waar hij zich o.a. bezighoudt met het samenstellen van een Dictionary of the Older Scottish Tongue.Bibl.: o.a. Religion of Ancient Scandinavia (1906); Skotlands Rimur (1908); Icelandic Sagas (1913); The Poetry of Iceland (1925); A Dictionary of the Older Scottish Tongue (1931 e.v.); W. Craigie and J. R.

Hulbert (eds), A Dictionary of American English on historical principles (1936-44).

< >