legertros, noemde men de groepen voertuigen met non-combattanten enz., welke eertijds een leger te velde volgden. De beruchte legertrossen ten tijde van de huurlegers waren ongeorganiseerd.
Wat de huurling nodig had, kon hij kopen bij de met de tros optrekkende zoetelaars en handelslieden, die meestal ook opkopers waren van krijgsbuit of hetgeen daarvoor doorging. Veel ongunstig volk en ook verdachte vrouwen bevonden zich als regel in deze legertrossen.