(Engels: skin = huid) heet het verdringen van een electrische stroom naar de buitenkant van de doorstroomde geleider. Dit verschijnsel komt bij wisselstroom voor en wel des te sterker naarmate het periodental hoger en de doorsnede van de geleider groter is.
Het is een gevolg van de onderlinge inductie der afzonderlijke stroomdraden, waarin men de gehele door de geleider gaande stroom verdeeld kan denken. Bij normaal periodental en niet-magnetische stoffen is het skineffect meestal onbetekenend. Van grote invloed wordt het echter bij ijzeren geleiders. Zo kan men bij met wisselstroom gedreven spoorwegen, waar de rail als teruggeleider dienst doet, slechts een gering deel van de doorsnede der rail als geleidend beschouwen.
Men kan het skineffect in spoelen voor een groot gedeelte opheffen door de gewone draad te vervangen door een draad, die gewonden is uit zeer fijne draadjes. De electrische stroom wordt daardoor gedwongen, zich over de gehele doorsnede van de draad te verdelen. In Nederland heet deze gewonden draad: Litzedraad.