Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SIVLE, per

betekenis & definitie

Noors dichter (Aurland, Sogn, 6 Apr. 1857 - Christiania 6 Sept. 1904), was als journalist werkzaam, totdat een rijksbeurs hem in 1891 in staat stelde enige reizen door Europa te maken. Zijn gedichten, waarin hij de geschiedenis van zijn vaderland behandelt, kenmerken zich door lyrische vlucht en hartstochtelijke vaderlandsliefde.

Bibl.: Proza: Sogur (1887); Vossastubbar (1887-1894); Blandet selskab (1891); Streik (1891); Sivle-stubbar (1895). Poëzie: Noreg (1894); Bersöglis- og andre viser (1895); Skaldemaal (1896); Olavskvæde (1901). Samlede Skrifter (3 dln, 1909-1910).

< >