Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SIGWART, christoph (von)

betekenis & definitie

Duits wijsgeer (Tübingen 28 Mrt 1830 - 4 Aug. 1904), hoogleraar in de wijsbegeerte te Tübingen, is een van de leidende figuren op het gebied der logica in de 19de eeuw.

Zijn logica, ontwikkeld als „kunstleer van het denken”, is vooral van betekenis als methodologie der inductieve wetenschappen. Haar psychologistische grondslag werd door Husserl in zijn Logische Untersuchungen I aan een magistrale critiek onderworpen, één der uitgangspunten der phaenomenologie. Overeenkomstig zijn in de logica gekozen uitgangspunt is hij in de ethiek eudaemonistisch georiënteerd.

Bibl.: Ulrich Zwingli (1855); Logik (1878, 1924); Beiträge zur Lehre vom hypothetischen Urteil (1879); Kleine Schriften (vnl. historisch en ethisch-psychologisch, 1904); Vorfragen der Ethik (1886, 1907); Ein Collegium logicum im 16. Jahrh. (1890); Die Impersonalien (1888).

Lit.: Th. Haering, C. S. (1930; met bibliogr.).

< >