Vlaams dichter (Stokkem 22 Mrt 1857 - Brasschaat-Antwerpen 11 Mei 1938), schreef meditatieve, intimistische verzen, vaak geïnspireerd door de Limburgse Maasvallei, die hij in plein-airistische tafereeltjes sober beschrijft. Hij behoorde met P. de Mont, V. de la Montagne en de jonge Van Langendonck tot de Vlaamse Tachtigers.
Bibl.: Langs de Maas (Antwerpen 1882); Gedichten (Antwerpen 1890); De stille delling (Antwerpen 1912); Uren van Eenzaamheid (Antwerpen 1920); De laatste garven (Antwerpen 1924); De zingende krekel (Antwerpen 1929); Avondschemer (Antwerpen 1936).
Lit.: A. S., Gedichten, ingel. door Emm. de Bom, C. Godelaine en M. Rutten (Brussel 1939).