Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RUIT (plantkunde)

betekenis & definitie

(Thalictrum L.), uit de familie van de Ranunculaceeën met 76 soorten op het N. Halfrond, overblijvende kruiden met verspreide veelvoudig geveerde bladen en pluimen met talrijke kleine regelmatige bloemen met een onaanzienlijk, gekleurd 4- of 5-bladig bloemdek en talrijke lange meeldraden en tot dopvruchtjes rijpende stampertjes.

Tot de Nederlandse flora behoren 2 soorten: T. flavum L., de Poelruit, een forse moerasplant met 2- of 3-voudig gevinde bladen met ca 2 cm lange, gwl. 3-spletige blaadjes en dichte pluimen rechtopstaande geelachtige welriekende bloempjes, en T. minus L., een kleinere plant met 3- of 4-voudig gevinde bladen met kleinere deelblaadjes en wijd vertakte pluimen hangende bloempjes, die in verschillende vormen voorkomt. Als sierplant in tuinen ziet men de tot 1,5 m hoge T. aquilegiaefolium L., met lila bloemen, uit Midden- en Zuid-Europa, de blauw berijpte T. glaucum Dsf., met kleine gele bloemen, uit Zuid-Europa, e.a.

< >