Amerikaans industrieel en filanthroop (NewYork 12 Febr. 1791 -4 Apr. 1883), slaagde er als fabrikant in een groot vermogen te verwerven dat hij gedeeltelijk aanwendde voor onderwijs en ontwikkeling van de arbeidende klasse. Hij stichtte het naar hem genoemde Cooper’s Instituut te NewYork (1859), waar onderwijs wordt gegeven in de technische wetenschappen.
Ook anderen hebben er ruim aan bijgedragen, o.a. Carnegie. Daarom heet de financiële organisatie ook Cooper’s Union. Cooper zelf werd door dit alles zeer populair en werd in 1877 door een partij van onafhankelijken candidaat gesteld voor het presidentschap.Bibl.: Ideas for a science of good government (N.Y. 1883).
Lit.: R. W. Raymond, P. C. (Boston 1900); C.
S. Spalding, P. G. : a critical bibliography (1941).