is een Indisch woord, dat „kokosnoot” betekent. Bij de Mohammedaanse volken is het een naam geworden voor een waterpijp, bestaande uit een luchtdicht gesloten, half met water gevulde bak of fles.
De pijp, buiten die bak aanwezig, gestopt en aangestoken, daalt met haar steel in het water, terwijl het mondstuk in het niet met water gevulde gedeelte eindigt. Wordt hier de lucht opgezogen, dan moet de rook door het verkoelende water trekken, alvorens hij de roker bereikt.
