is een ongebleekt katoenen weefsel van inferieure kwaliteit. Het doek is gepapt, gemangeld en gekalanderd; de garens waaruit het is vervaardigd zijn ongelijkmatig van dikte, waardoor het weefsel enigszins aan linnen doet denken.
De oorsprong van de benaming is onbekend. Kongolinnen wordt gebruikt voor beddelakens, e.d.