Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Jacques jasmin

betekenis & definitie

eigenlijk Boé, Gascons dichter (Agen, Lot-et-Garonne, 6 Mrt 1798-40«. 1864), voorloper van de félibres, wier waarde hij niet ingezien heeft, blinkt uit in het gevoelige genre en is, van beroep kapper, de dichter van de „aurea mediocritas”. Met de Blinde van Castel-Cuillé f1835), Françonnette, Gekke Martha en Mijn Wijnstok heeft hij het hart van het volk getroffen.

Hij bundelde een gedeelte van zijn dichtwerk in Las Papillotas (2 dln, 1835 - 1842), een titel die typisch is voor zijn beroep, dat van kapper. Hij schreef in een onzuiver Gascons, vermengd met vreemde bestanddelen.Bibl.: Œuvres (m. Fr. vert.) 1860, in 4 dln, 1890; in 2 dln, 1898.

Lit.: De Montrond, J. poète d’Agen (1866); Andrieu, J. (1882): Mariéton, Jacques J. (1898).

< >