noemt men de vrijdom, die de verzekeraar geniet beneden een zeker percentage der schade aan door hem verzekerde goederen.
Lit.: J. G. L. Nolst Trenité, Zeeverzekering, 2de dr. (1928, medebewerkt door W. Nolst Trenité), blz. 490-507; T. J. Dorhout Mees, Schadeverzekeringsrecht, 2de dr. (1947), blz. 548558; A. A. W. van Wulfften Palthe, Voorlezingen over zeeassurantie, 3de dr. (1949), blz. 177-179.