is een Normandisch woord — hetzelfde als het Franse fils — hetwelk, evenals mac bij de Schotten, O bij de Ieren en ben bij de Oosterlingen, de betekenis heeft van zoon, en dat, gevoegd voor een eigennaam, afstamming te kennen geeft. Vaak werd het gebruikt voor onwettige zoons van kondigen en prinsen, zoals in Fitzroy, Fitzjames en Fitzclarence.
Dikwijls behoudt de stamnaam midden in de samenstelling zijn hoofdletter (FitzGerald).