Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DIATONIEK

betekenis & definitie

afkomstig van de Griekse naam voor een tetrachord met twee naast elkaar liggende grote secunden, wordt tegenwoordig gebruikt voor toonladders en toongroeperingen, die geen chromatiek bevatten. In dergelijke toonladders komen de zeven toonnamen a, b, c, d, e, f en g slechts eenmaal voor, zij het als zodanig zij het door kruisen, dubbelkruisen, mollen of dubbelmollen verhoogd of verlaagd.

Zo kan a, bes, c, d, e, fis, g bijv. de diatonische toonladder zijn van g kleine terts melodisch stijgend; een toonreeks a, b, c, cis, d enz. is echter niet diatonisch, omdat de toonnaam c tweemaal voorkomt: eenmaal als zodanig en eenmaal verhoogd tot cis (zie voor de benaming van de verschillende diatonische toonladders: muziekleer, melodie).

< >