noemt men het viertal grote Duitse banken, van elk waarvan de naam met een D begon, nl. de Deutsche Bank, de Dresdener Bank, de Darmstadter Bank en de Disconto Gesellschaft. Dit viertal vormde met de Mitteldeutsche Creditbank, de Commerz und Disconto Bank en de Nationalbank für Deutschland de grote banken die na Wereldoorlog I nog waren overgebleven.
In 1929 gingen de Deutsche Bank en de Disconto Gesellschaft een fusie aan. De nieuwe combinatie kreeg de naam „Dedibank”. In 1931 werd de Darmstädter Bank als gevolg van liquiditeitsmoeilijkheden overgenomen door de Dresdener Bank, zodat bij het uitbreken van Wereldoorlog II nog slechts twee D-banken waren overgebleven.