noemt men in de phonologie de articulatorische varianten die zich, onder invloed van de klanken er omheen, voordoen bij de realisering van een phoneem in het spreken. Het phoneem ee bijv. wordt in het spreken enigszins anders gearticuleerd in lenen dan in leren. Dit articulatieverschil brengt een hoorbaar klankverschil met zich mee, dat echter geen betekenisdifferentiërende waarde heeft.
Er bestaan in het Nederlands nl. geen woorden met verschillende betekenis, die zich alleen maar onderscheiden van elkaar doordat het ene de ee van lenen en het andere die van leren heeft.