Gr.: Boukephalos, Latijn Bucephalus; lievelingspaard van Alexander de Grote, dat hij volgens het verhaal verkreeg na het getemd te hebben. Het woord is afgeleid öf van het feit, dat de kop van een koe, képhale en ( boes) bij de Thessaliërs als brandmerk werd gebruikt, öf van een Thessalisch woord „boe”, dat „groot” zou hebben betekend.
Alexander bereed het in vele slagen. Bucephaal stierf op de tocht in Indië (326). Te zijner ere stichtte Alexander een stad Boukephala (tegenw. Djalalpoer).