noemt men veelal het zuivere eikenhakhout, zonder bijmenging van andere houtsoorten. De stoven hebben een onderlinge afstand van 75-100 cm.
Het daarop groeiende hout wordt om de 9-12 jaar gehakt, om te dienen voor brandhout of voor erwtenrijs. Vroeger was het akkermaalshout nog winstgevend om de schors, welke in runmolens werd vermalen ten behoeve der leerlooierij. Thans heeft het nog slechts enige betekenis als windscherm langs bouw- en weiland.