is een samengestelde vulkaan op Oost-Java, tussen de vulkanen Tengger en Semeroe gelegen. Hij werd het eerst beschreven door Fennema (1885).
Binnen een onvolkomen ringwal rijzen vier jongere eruptiekegels op en op de rand verheffen zich de toppen Ajekajeg (2819 m), Koetoegan (2832 m), Koekoesan (2836 m), en Djambangan (3020 m). Op de N.O.-helling van het gebergte liggen een drietal meren, alle boven de 2000 m.