Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Zwavelig zuur

betekenis & definitie

Zwavelig zuur (H2S03) bevindt zich in eene waterige oplossing van zwaveligzuur anhydride (zwaveldioxyde, S02), dat bij het verbranden van zwavel als een prikkelend gas gevormd wordt. Dit gas rijst omhoog uit vele vulcanen en ontstaat ook bij een sterk verhitten van zwavelzuur anhydride of zwavelzuren damp, bij het verwarmen van geconcentreerd zwavelzuur met zwavel, houtskool, koper of kurk, van koperoxyde of bruinsteen met zwavel, van koper-, zink- en ijzervitriool met zwavel, bij het verwarmen van vele zwavelzure zouten, bij het roosten van kiesbevattende ertsen en zwavelmetalen, bij het gloeijen van pyriet met basisch zwavelzuur ijzeroxyde of met ijzeroxyde, bij het verbranden van zwavelkieshoudende steen- en bruinkolen enz. Het vormt een kleurloos gas met een zuren, prikkelenden en verstikkenden reuk en een soortelijk gewigt van 2,211, — het verdigt zich bij — 20c C. en door drukking tot eene kleurlooze vloeistof met een soortelijk gewigt van 1,491, welke bij — 8° C. kookt, in de lucht zeer snel bij verlaging der temperatuur tot — 50° C. verdampt en bij — 76° C. verstijft. Bij 0° C. wordt van het gas in water opgelost 79,789, — bij 20° C. 39,374, — en bij 40° C. 18,766 volumina.

In de koude geeft de verzadigde oplossing kristallen van de formule: H2SO3 + 14H2O, die bij 1—2° C. smelten. Zwaveldioxyde is niet brandbaar, onderhoudt de verbranding niet, verdraagt een hoogen warmtegraad, wordt ontleed bij eene verwarming met waterstof, kalium en kool, en verbindt zich regtstreeks met zuurstof alleen bij aanwezigheid van platinaspons, koperoxyde en ijzeroxyde tot zwavelzuur anhydride. Doch de waterige oplossing absorbeert in de opene lucht gretig zuurstof en vormt zwavelzuur. Door licht en electrische vonken wordt het zwaveldioxyde ontleed. Zwavelig zuur werkt zeer desoxydérend.

Het reduceert vele metaaloxydezouten tot oxydulezouten, verandert alle hoogere oxydatietrappen van stikstof in stikstofoxyde, geeft met chloor onder ontleding van water chloorwaterstof en zwavelzuur, met zwavelwaterstof zwavel en water, bleekt bij aanwezigheid van water vele organische kleurstoffen en vernietigt sommige daarvan, terwijl het andere herschept in kleurlooze verbindingen, die bij het verwarmen, droogen of door sterkere zuren bij het terugkeeren der kleur ontleed worden; zwavelig zuur heeft tevens eene antiseptische (bederfwerende) werking en verhindert gisting en verrotting. Met bases vormt het twee reeksen van zouten. Men gebruikt zwaveldioxyde en zijne oplossing in water (ook in glycerine), onder den naam van ascoline, tot het bereiden van zwavelzuur, in de papierfabrieken als antichloor, tot het bereiden van meekrappraeparaten, van onderzwaveligzuur natrium, zwavelzuur ammonium, tot het oplosbaar maken van aluinlei, tot het uittrekken van koperertsen, tot het bereiden van het Scott’sche cement, tot het uittrekken van phosphorzuren kalk ut ijzerertsen, tot het bewaren van ingemaakte vruchten, van bier en wijn, van hop, van zaamgeperste groenten, van vleesch, van het sap bij de suikerbereiding, bij de fabriekmatige verwerking van aardappelen en maïs, bij de spiritusbereiding, als ontsmettingsmiddel, tot het bleeken van zijde, wol, sponsen, vederen, lijm, snaren, gevlochten teenen en stroo, als stijfsel, als bluschmiddel, tegen huidziekten enz. Het behandelen van een voorwerp met zwaveligzuur anhydride draagt den naam van zwavelen.

Zwaveligzure zouten zijn kleurloos, wanneer de basis ongekleurd is, en reukloos. De normale en zure zouten der alkaliën zijn oplosbaar en scherp van smaak, alsmede de zouten der aard-alkaliën, terwijl de overige onoplosbaar zijn. Bij verwarming geven zij zwavelig zuur en metaaloxyden of zwavelzure zouten en zwavelmetalen; zij nemen in de opene lucht in een vochtigen toestand of in opgelosten staat zuurstof op. Door chloor of salpeterzuur worden zij tot zwavelzure zouten geoxydeerd en met zwavelzuur of zoutzuur ontwikkelen zij zwavelig zuur. Met chloorbaryum geven zij een witten neerslag, die in verdund zoutzuur oplost, en in deze oplossing ontstaat bij verwarming met salpeterzuur een neerslag van zwavelzuur baryum. Zwaveligzuur calcium (CaSO2) ontstaat bij ontleding van koolzuur calcium of bijtenden kalk met zwavelig zuur; hij wordt ook uit chloorcalcium door zwaveligzuur natrium neergeslagen, kristalliseert met 2 moleculen water, lost moeijelijk op in water, gemakkelijker in zwavelig zuur en geeft bij verwarming zwavelzuur calcium en zwavelcalcium.

Dit zout is van veel belang, daar in deze verbinding zwavelig zuur in den handel gebragt wordt in een toestand, waarin het gemakkelijk vervoerd kan worden en niet kostbaar is. Het zout bevat 41% zwavelig zuur, hetwelk men daaruit door zwavelzuur of zoutzuur gemakkelijk bereiden kan. Zwaveligzuur natrium (Na,S02) ontstaat door de werking van zwavelig zuur op soda, vormt kleurlooze kristallen met 6 moleculen kristalwater, wordt in de opene lucht door verweering en oxydatie ruw en dof, lost gemakkelijk op in water, maar niet in alkohol, reageert alkalisch, wordt bij 150° C. watervrij, smelt bij verwarming tot zwavelnatrium en zwavelzuur natrium en lost zwavel op tot onderzwaveligzuur natrium. Het zure zout (NaHS02) ontstaat bij eene oververzadiging van soda met zwavelig zuur, vormt kleine prisma's, smaakt onaangenaam naar zwavel, lost gemakkelijk op in water, is onoplosbaar in alkohol, reageert zuur en verweert in de opene lucht bij het vormen van zwavelig zuur en zwavelzuur natrium. Het komt als leucogeen in den handel en dient tot het vernietigen van het achterblijvend chloor in gebleekte stoffen, tot het bewaren van wijn, bier, vleesch enz., alsmede in de witlooijerij.