Zirkonium (Zr) is een metaal, hetwelk men aantreft in zirkon en in eenige andere zeldzame delfstoffen. Het wordt uit kaliumzirkoniumfluoride door kalium of bij de smelthitte van ijzer door aluminium afgescheiden. Men verkrijgt het als een zwart, zeer poreus poeder of in kristallijnen toestand; alsdan is het zeer glanzig en broos, gelijkt op antimonium, is zeer hard en heeft een soortelijk gewigt van 4,15. Het verbrandt alleen in knalgas, wordt door zuren zelfs bij verwarming weinig aangetast, maar lost zeer gemakkelijk op in fluorwaterstofzuur.
Het is vierwaardig en heeft tot verbindingsgewigt 89,6. Zirkoniumoxyde (Zr02) ontstaat bij het verhitten van amorph zirkonium in de lucht en uit zirkoniumhydroxyde. Het is kleurloos, amorph of kristallijn, lost slechts op in geconcentreerd zwavelzuur, ontwikkelt bij het smelten met koolzuur natrium koolzuur en schittert in, knalgas verhit, met een helder licht, zoodat men het tot splitsen bij het Drummondsch licht gebruikt. Zirkoniumhydroxyde (ZrH404) wordt uit oplossingen van zirkoniumzouten door ammoniak neergeslagen en is kleurloos, in gedroogden toestand geelachtig, levert bij verwarming een oxyde en vormt met zwavelzuur een zout, maar verbindt zich ook met bases tot zirkonaten. De zouten zijn kleurloos, hebben een sterk zamentrekkenden, zuren smaak en worden bij verwarming ontleed, wanneer het zuur vlugtig is.
Zirkoniumchloride (Zr014) ontstaat bij het verhitten van zirkon of zirkoniumoxyde met kool en een stroom van chloor en vormt eene witte massa, die bij eene aanzienlijke verwarming oplost in water. Fluoride ontstaat bij het wit-gloeyen van zirkon met vloeispaat in zuur natrium koolzuur en schittert in, chloorwaterstofgas; het is kleurloos, kristallijn, vlugtig en onoplosbaar in water en zuren. Bij een zwak gloeijen van zirkoniumoxyde met fluorammonium ontstaat oplosbare fluoride. Deze levert met fluorkalium kaliumzirkoniumfluoride (2KFlZrFl4), hetwelk men in kristallen verkrijgen kan.