Daniël Willink, een Nederlandsch dichter, geboren te Amsterdam den 31sten Mei 1676, was aldaar wijnkooper en lid van het dichtlievend genootschap: Constantia et labore. Hij overleed den 16den October 1722.
Hij schreef: „Amsterdamsche Tempe of de Nieuwe Plantagie, begrepen in twee boeken nevens den Amstelstroom (1712)”, — „Bloemkrans van Christelijke liefde en zededichten (1714)”, — „Lusthof van Christelijke dank- en bedezangen (1715)”, — „Christelijke gebeden voor yder dag der weke enz. (1717)”, — „Amsterdamsche Buitensingel (1723)”, — „De lustplaats Groot Heerema bij Franeker (1734)”, — en „Amstellandsche Arcadia of beschrijving van de gelegenheid, toestand en gebeurtenissen van Amstellandt enz (1737, 2 dln)”.