Wiatka of Wjätka, een groot Europeesch-Russisch Gouvernement, tot het czaarschap Kasan behoorend, telt omstreeks 2¼de millioen inwoners op 2605 geogr. mijl. De grond is er meestal bergachtig en met uitloopers van het Oeral-gebergte bedekt, voorts hier en daar moerassig en leemig, terwijl men aan de oevers der Kama zeer vruchtbare zwarte aarde aantreft. De groote moerassen zijn er met bosch bedekt, en de wouden, grootendeels het eigendom der Kroon, leveren er aanzienlijke winsten. Landbouw, veefokkerij, vischvangst en bijenteelt zijn er de voornaamste bronnen van bestaan.
Voorts wordt er veel koper en ijzer gewonnen, en de nijverheid bepaalt er zich vooral tot het leveren van geweven stoffen. De voornaamste uitvoerartikelen zijn er: graan, talk, honig en was, en deze handelswaren worden meerendeels naar Archangel gebragt. Behalve Russen zijn er ook vele Tartaren. — De hoofdstad van denzelfden naam, te voren Chlünow geheeten, ligt aan de Wiatka en Chlünowiza, is de zetel van een gouverneur en van een bisschop, telt omstreeks 21000 inwoners, 18 kerken en onder deze eene hoofdkerk met een altaar van massief zilver, een gymnasium en een seminarium en onderscheidene fabrieken. De aldaar gevestigde zilver- en kopersmeden bezitten eene algemeene vermaardheid. Tot de overige belangrijke steden van dit gouvernement behooren Isarapoel met 8000 en Slobodskoi met 7000 inwoners.
