Vorarlberg of het land vóór den Arlberg, voorheen een zelfstandig gewest, doch thans een gedeelte van het Oostenrijksche Kroonland Tyrol, grenst in het oosten aan Tyrol, in het zuiden en westen aan Zwitserland en in het noorden aan Beijeren en telt op ruim 47¼de ☐ geogr. mijl 103000 inwoners van Duitschen oorsprong. Langs den oever der Bodensee en Rijn en in het Illthal tot aan Bludenz vormt het land eene vruchtbare vlakte, bij uitnemendheid geschikt voor den graanbouw; het overig gedeelte is eene Alpenstreek. In het noorden van Vorarlberg verheft zich het Bregenzer Wald met zijne bekoorlijke natuurtafereelen, De Rijn vormt er de westelijke grens en ontvangt de wateren des lands, de Ill en de Frutzbach, alsmede door de Bodensee de Dornbirner en Bregenzer Aache en de Leibach. De Breitach, de Iller en de Lech behooren er tot het stroomgebied van de Donau.
Bijna ⅓de gedeelte van den bodem is er met bosch begroeid, en de houtcultuur vormt er met de veeteelt de voornaamste bron van bestaan. De graanoogst is er niet voldoende voor de behoeften der ingezetenen, maar men verbouwt er veel aardappelen, ooft en druiven. Men vindt er talrijke weverijen van katoenen stoffen, moesselin en batist, alsmede katoenspinnerijen, verwerijen, scheepstimmerwerven, ijzersmelterijen enz. In het voorjaar begeven zich vele mannen uit Vorarlberg naar Zwitserland, om in den herfst met het bespaarde dagloon huiswaarts te keeren. Vorarlberg heeft een Landdag, die uit den landvoogd, den vicaris-generaal en 8 afgevaardigden bestaat. Het is verdeeld in 3 arrondissementen en heeft Bregenz tot hoofdstad.
