Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Vlotgras

betekenis & definitie

Vlotgras (Glyceria) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Grassen (Gramineae). Het behoort tot de groep der Zwenkgrassen en onderscheidt zich vooral daardoor, dat de kelkkafjes van elkander verschillen in grootte en meestal een aanzienlijk aantal bloemen bevatten. De onderste kroonkafjes zijn stomp, terwijl de gezamenlijke bloempakjes eene pluim vormen. In ons vaderland hebben wij: gewoon vlotgras (G. fluitans), wijdgetakt vlotgras (G. distans), kweldergras (G. maritima), en het fraaije liesgras (G. spectabilis).

Van deze soorten komt de eerste het meest voor en draagt ook wel den naam van mannagras, omdat hare zaadkorrels in Polen en Noord-Duitschland onder den naam van manna worden verzameld en als versterkend voedsel gebruikt. Deze plant heeft een eerst nederliggenden, daarna opgaanden stengel, ter hoogte van 1 Ned. el en door platgedrukte bladscheeden omgeven. De lange, nog al breede bladeren vertoonen zich vooral aan die zijde van den stengel, welke naar het water is gekeerd, zoodat zij drijvende een digt bekleedsel op de oppervlakte van het water vormen. De bloempluimen zijn meestal 3—4 Ned. palm lang en uit pakjes zamengesteld, waarvan de laatsten, twee aan twee, met de overige doorgaans aan dezelfde zijde geplaatst zijn.

< >