Giovanni Piétro Vieusseux, een verdienstelijk Italiaansch boekhandelaar en letterkundige, de telg van een Zwitsersch geslacht uit Genève en geboren te Oneglia den 29sten September 1779, doorreisde een groot gedeelte van Europa en van het Oosten en vestigde zich te Florence, waar hij in 1820 een groot en steeds nog bloeijend leesmuséum oprigtte en in 1821 de „Antologia Italiana” uitgaf. Dit tijdschrift vond eerlang grooten bijval, maar werd in 1832 door de regéring verboden.
Sedert 1827 redigeerde hij voorts het „Giornale agrario Toscano”, door de Accademia dei Georgofili uitgegeven, hetwelk tot in 1865 bleef bestaan. Vooral echter maakte hij zich verdienstelijk door de uitgave van het „Archivio storico Italiano (sedert 1844)”, eene verzameling van ongedrukte bronnen en oirkonden ter aanvulling der werken van Muratori en anderen, met critische bijdragen en met verslagen van de belangrijkste geschiedkundige werken. De uitstekendste geschiedkundigen van Italië, zooals Capponi, Bonaini, Tommaseo, Capei, Sagredo, Cantu, Galvani, Palermo, Polidori enz., behoorden tot zijne medewerkers.
Vieusseux overleed den 28sten April 1863. Zijn huis te Florence was de vergaderplaats van Italiaansche en buitenlandsche geleerden, letterkundigen en kunstenaars, en een jaar na zijn dood verrees te Florence een gedenkteeken te zijner eere. Zijne bloeijende zaak kwam aanvankelijk in handen van zijne beide neven Paolino en Eugenio Vieusseux en vervolgens uitsluitend in die van laatstgenoemde.