Vesprim

betekenis & definitie

Vesprim, een Hongaarsch comitaat aan de overzijde van de Donau en door de comitaten Zala, Somogy, Tolna, Stuhlweiszenburg, Gran, Raab, Oedenburg en Eisenburg omgeven, telt op 75,67 □ geogr. mijl ruim 200000 inwoners, meerendeels Hongaren, voorts Duitschers en Slowaken. Dit gewest omvat het grootste gedeelte van het Bakonywald en het noordoostelijk gedeelte van het Plattenmeer, heeft een golvend-heuvelachtigen bodem, en veel ooft, druiven, graan, tabak, groenten, uitmuntende weiden, veel visch, aluin en steenkolen. — De evenzoo genoemde hoofdplaats, in het Duitsch Weiszbrunn, ligt op een steilen heuvel aan de Sed en aan den spoorweg van Stuhlweiszenburg naar Stein aan de Anger. Zij is de zetel van een bisschop, die het regt heeft, de Koningin te kroonen, en bezit eene hoofdkerk, onderscheidene andere kerken, een aanzienlijk bisschoppelijk paleis, eenige kloosters, een seminarium, eene godgeleerde school, een R. Katholiek progymnasium, eene bierbrouwerij, eene brandewijnstokerij, tuin-, wijn- en graanbouw, veel handel en ruim 12000 inwoners. Deze stad, te voren eene sterke vesting, werd veroverd door Maximiliaan in 1490, door de Hongaren in 1491, door de Duitschers in 1527, door de Turken in 1552, door de Duitschers in 1566, door den grootvizier Sinan in 1594, door de Keizerlijken in 1598 en door de Turken in 1605, die haar in 1683 voor goed verloren.