Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Umbreit

betekenis & definitie

Umbreit (Friedrich Wilhelm Karl), een verdienstelijk godgeleerde, geboren den 11den April 1795 te Sonneborg bij Gotha, studeerde te Göttingen, werd er in 1818 leeraar in de Oostersche talen, zag zich in 1820 benoemd tot professor in de Philosophie te Heidelberg, waar hij in 1828 met Ullmann de „Theologische Studien und Kritiken” deed verschijnen, en overleed den 26sten April 1860. Hij schreef: „Coheleth Scepticus de summo bono (1819)”, — „Lied der Liebe (eene vertaling van het Hoogelied, 2de druk, 1828)”, — „Uebersetzung und Auslegung des Buches Hiob (2de druk, 1832)”, — „Philologisch-kritischer und philosophischer Kommentar über die Sprüche Salomo’s (1826)”, — „Ueberzetzung und Erklärung auserlesener Psalmen (1835; 2de druk, 1848)”, — „De Veteris Testamenti prophetis, clarissimis antiquissimi temporis oratoribus (1834)”, — „Grundtöne des Alten Testaments (1843)”, — „Praktischer Kommentar über die Propheten des Alten Testaments (1841—1846, 4 dln)”. — „Neue Poesie aus dem Alten Testament (1847)”, — „Die Sünde. Beitrage zur Theologie des Alten Testaments (1853)”, — en „Der Brief an die Römer, auf dem Grunde des Alten Testaments ausgelegt (1856)”.

< >