Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Uiterdijk

betekenis & definitie

Uitterdijk (Jurjen), een verdienstelijk Nederlandsch wiskundige, geboren te Oudkerk in Friesland den 10den December 1781, genoot uitstekend lager onderwijs, legde zich voorts toe op de kennis der oude talen, studeerde van 1798 tot 1803 te Franeker, zag zich in laatstgenoemd jaar benoemd tot leeraar in de wis-, sterre- en zeevaartkunde ten behoeve der adelborsten op ’s lands oorlogsfregat „Euridice” bij Feijenoord, eerst met den rang van opperstuurman en kort daarna met dien van luitenant-ter-zee, bleef werkzaam bij het instituut voor marine te Enkhuizen, doch zag zich bij de opheffing van dit laatste in 1812 buiten dienst gesteld. In 1813 en 1814 woonde hij te Franeker en was landmeter bij het kadaster, werd in 1815 taxateur van turf in de veenderijen van Oldeberkoop, Wolvega en Sonnega, bekleedde van 1816 tot 1820 de betrekking van ontvanger der indirecte belastingen te Wolvega en ontving in laatstgemeld jaar eene aanstelling tot controleur der veenderijen in Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. In 1822 werd hij controleur der belastingen te Enschedé, in 1832 te Bolsward, en in 1834 wederom controleur der veenderijen in Overijssel, Gelderland en NoordBrabant.

Te Steenwijk gevestigd, werd hij aldaar op den 11den April 1845 op eene verraderlijke wijze omgebragt door een ellendeling, dien hij kort te voren als een onwaardigen ambtenaar uit ’s Lands dienst had doen verwijderen. Van zijne geschriften noemen wij: „Inleiding, tot de kegelsneden (1810)”, — en „Herleiding van den schijnbaren afstand van twee hemelligchamen tot den waren (1840)”. Van zijn uitgebreid en voorzeker hoogst merkwaardig werk: „Wiskundige beschouwingen der wetten van het evenwigt en de beweging der ligchamen” is in 1830 een prospectus verschenen, doch de uitgave bij gebrek aan deelneming achtergebleven.

< >