Spuitwater noemt men zuiver water, dat op machinale wijze met koolzuur is vermengd en een zeer verfrisschenden drank vormt. Men heeft zulk spuitwater in eene bepaalde soort van flesschen, siphons genaamd, die van eene metalen sluiting en van eene bijkans van den mond tot op den bodem afdalende glazen buis voorzien zijn. Opent men de sluiting, dan bruist het water uit eene daaraan bevestigde buis met kracht in het daaronder gehouden waterglas.
Daar de metalen sluiting schadelijke bestanddeelen aan het water bezorgde, gebruikt men thans volgens het systeem Beins kogelflesschen, namelijk spuitwaterflesschen, wier mond gesloten is met een glazen bolletje. Wil men het water in een glas gieten, dan bezigt men een drukker in den vorm van een dop, om dit kogeltje naar beneden te duwen.