Selkirk of Selkirkshire, een graafschap in het zuidoosten van Schotland, tusschen de graafschappen Edinburgh, Roxburgh, Dumfries en Peebles, heeft eene oppervlakte van ruim 12 geogr. mijl met iets meer dan 14000 inwoners. Het is door de Pentland Hills, eene vertakking van het Cheviotgebergte, bergachtig en rijk aan schilderachtige natuurtafereelen; de hoogste toppen zijn er: de Dunrig (741 Ned el hoog), de Ettrick Pen (670 Ned. el hoog) en de Windlestraw (658 Ned. el hoog). De voornaamste rivier is de Tweed, die er de Ettrick en de Yarrow opneemt. Het klimaat is er guur en de grond niet zeer vruchtbaar.
Te voren was nagenoeg het geheele graafschap met bosch bedekt en diende tot jachtveld voor de Koningen van Schotland. Met het bosch is ook het wild verdwenen, en men ziet er nu veel vee in de uitgestrekte weiden. De schapen van het Selkirk- en Cheviot-ras zijn vermaard wegens hunne fijne, lange wol, en deze vormt er met de dieren zelven het voornaamste uitvoer-artikel. De landbouw bepaalt er zich grootendeels tot haver en aardappelen, en de fabrieknijverheid is er van weinig belang. De hoofdplaats van het graafschap draagt ook den naam van Selkirk; zij ligt aan de Ettrick en heeft een fraai stadhuis, eene wolspinnerij enz. en ongeveer 5000 inwoners.
