Seldsjoeken zijn de leden van een uit Boekharije afkomstigen Turkschen stam door Seldsjoek, den zoon van Jakak omstreeks het jaar 1000 verzameld en tot den Islam gebragt. Seldsjoek overleed in 1030; zijn zoon Arslan en zijne kleinzonen Dsjaghir-bey en Toghril-bey vernietigden het rijk der Ghasnawiden en veroverden Toeran en Iran. Toghril-bey werd in 1060 te hulp geroepen door khalif Alkaïm en na het verdrijven van dezen tot emir al omra en Koning van het westen en oosten verheven. Hij vestigde zijne residentie te Ispahan en overleed in 1063.
Hij werd opgevolgd door zijn neef Alp Arslan (1063—1072), die Syrië en Klein-Azië overweldigde, en deze door zijn zoon Melik-sjach (1072—1092), die zich verdienstelijk maakte door bevordering der wetenschap, de eenheid van het rijk der Seldsjoeken bevestigde en als groot-sultan heerschappij voerde van de Aegésche Zee tot aan de Indus en van de Perzische Golf tot aan de Jaxartes. Na zijn dood werd het rijk geteisterd door bloedige oorlogen tusschen zijne broeders en zijne zonen en in een aantal kleine Staten verdeeld, die elkander belaagden en verzwakten, totdat zij ten laatsten eene prooi werden van den sterkere. De nakomelingen van Melik-sjach hielden zich staande in het sultanaat over de oostelijke provinciën, over het hoogland van Iran; de laatste, Toghril-sjach, bezweek in 1194 voor het zwaard der Chorawesmiers. Jongere lijnen van het Huis of afvallige emirs stichtten heerschappijen in Syrië, Mesopotamië en Klein-Azië, bijv. het Seldsjoekenrijk van Iconium in Klein-Azië, in 1073 door Soeleiman, den zoon van Koetoelmisj gegrondvest, dat van Antiochië, Damascus en Aleppo in Syrië, van Edessa en Mosoel in Mesopotamië enz., welke gedeeltelijk in de 12de eeuw door Saladijn, gedeeltelijk in de 13de door de Osmaansche Turken werden vernietigd.