Schulze. Onder dezen naam vermelden wij:
Gottlob Ernst Schulze, een Duitsch wijsgeer, geboren den 2sten Augustus 1761 te Heldrungen in Thüringen. Hij studeerde te Wittenberg, werd er privaatdocent en zag zich in 1788 benoemd tot hoogleeraar te Helmstädt en in 1810 te Göttingen, waar hij den llden Januarij 1833 overleed. Van zijne geschriften noemen wij: „Aenesidemus, oder über die Fundamente der von Reinhold gelieferten Elementarphilosophie, nebst einer Vertheidigung des Skepticismus gegen die Anmaszungen der Vernunftkritiek (1792)”, — „Encyklopädie der philosophischen Wissenschaften (1814; 3de druk 1824)”, — „Psychische Anthropologie (1816; 3de druk 1826)”, — en „Ueber die menschliche Erkenntnis (1832)”.
Friedrich August Schulze, een Duitsch romanschrijver, bekend onder den naam van Friedrich Laun. hij werd geboren te Dresden den lsten Junij 1770, studeerde te Leipzig, werd in 1807 secretaris der commissie van landhuishoudkunde, verkreeg in 1820 den titel van Koninklijk „Kommissionsrath” en overleed den 4den September 1849. Hij leverde talrijke bijdragen in tijdschriften en jaarboekjes en gaf een „Gespensterbuch (met Apel, 1810— 1817, 6 dln)”, — „Lustspiele (1807)”, — en „Gedichte” in het licht. Zijne „Gesammelte Schriften” verschenen in 1843 in 6 deelen.
Ernst Konrad Friedrich Schulze, een verdienstelijk Duitsch dichter, geboren den 22sten Maart 1789 te Celle. Hij studeerde te Göttingen, schreef in dien tijd zijn gedicht: „Psyche (1819)”, vestigde er zich als privaatdocent en hield voorlezingen over oude talen en fraaije letteren. Nadat hij in 1814 aan den veldtogt tegen Frankrijk had deelgenomen, keerde hij naar Göttingen terug, en overleed te Celle den 29sten Junij 1817. In zijn romantisch epos: „Cäcilia (1818; 3de druk 1819)” verheerlijkte hij de gedachtenis eener overledene geliefde. Gedurende zijne laatste ziekte schreef hij het fraaije gedicht: „Die bezauberte Rose (1818; 12de druk 1870)”, waarvoor hem de in „Urania” uitgeloofde prijs werd toegekend. Ook in zijne „Vermischte Gedichten (1820; 3de druk 1852)” vindt men menig uitstekend leerdicht. Eene uitgave der gezamenlijke dichterlijke werken is bezorgd door Bouterweck (1818—1820, 4 dln; 3de druk 1855, 5 dln).
Friedrich Gottlob Schulze, een uitstekend landbouwkundige, geboren te Obergävernitz bij Meiszen den 28sten Januarij 1795. hij studeerde te Jena en te Leipzig in de staatswetenschappen en legde zich vervolgens toe op den practischen landbouw. In 1817 werd hij bestuurder der domeinen in Opper-Weimar, vestigde zich in 1819 als privaatdocent te Jena en zag zich in 1821 aldaar tot hoogleeraar benoemd. Hij deed er een instituut verrijzen tot opleiding van landbouwers, vertrok in 1832 naar Greifswald, stichtte in 1834 te Eldena een dergelijk instituut, keerde in 1839 als hoogleeraar in de staathuishoudkunde naar Jena terug en overleed aldaar den 3den Julij 1860. Hij schreef o. a.: „Ueber Wesen und Studium der Wirtschaftswissenschaften (1826)”, — „Deutsche Blätter für Landwirtschaft und Nationalökonomie (1843— 1859, 2 dln)”, — en „Lehrbuch der Natinalökonomie für Land-, Forstund Staatswirte (1856)”. _ _ Hermann Johann Friedrich Schulze, een verdienstelijk beoefenaar van het staatsregt en een zoon van den voorgaande. Hij werd geboren den 23sten September 1824 te Jena, studeerde aldaar en te Leipzig in de regten, vestigde zich in 1848 als privaatdocent te Jena, werd er in 1850 buitengewoon hoogleeraar in de regten, en zag zich in 1857 te Breslau en in 1878 te Heidelberg tot gewoon hoogleeraar benoemd. Tot zijne merkwaardigste geschriften behooren: „System des deutschen Staatsrechts (1865)”, — „Einleitung in das deutsche Staatsrecht (1867)”, — „Die Krisis des deutschen Staatsrechts im Jahr 1866 (1867)”, — en „Das preuszische Staatsrecht auf Grundlage des deutschen Staatsrechts dargestellt (1870—1877, 2 dln)”