Rochette

betekenis & definitie

Rochette (Désiré Raoul), een Fransch oudheidkundige en geschiedschrijver, geboren te St. Amand den 9den Maart 1789,studeerde te Bourges en werd in 1811 hoogleeraar in de geschiedenis aan het Keizerlijk lycéum te Parijs, in 1815 plaatsvervanger van Guizot aan de faculteit te Parijs, in 1816 lid van de Académie des inscriptions en mederedacteur van het „Journal des savants”, in 1818 conservator van het kabinet van oudheden en medailles in de Koninklijke Bibliotheek, in 1826 professor in de archaeologie bij die inrigting en in 1829 vaste secretaris der Académie des beaux arts. Hij deed herhaalde reizen naar Zwitserland, Italië en Sicilië, Griekenland en Duitschland, en overleed den 5den Julij 1854. Van zijne geschriften vermelden wij : „Lettres sur la Suisse, écrites en 1819— 1821 (1823, 2 dln; 2de druk 1826,3 dln)”, — „Histoire de la révolution Helvétique en 1797 et 1803 (1823)”, — „Histoire critique de l’établissement des colonies grecques (1815,4 dln)”, — „Monuments inédits d’antiquités figurées grecques, étrusques et romaines (1828—1830, 2 dln)”, — „Antiquités grecques du Bosphore Cimmérien (1822)”, — „Peintures antiques inédites (1836)” met „Lettres archéologiques sur la peinture des Grecs (1840)”, — „Mémoires de numismatique et d’antiquité (1840)”, — „Mémoires d’archéologie comparée asiatique, grecque et étrusque (1848, dl 1)”, — en „Choix de peintures de Pompée (1844—1851, 7 dln)”.