Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Robertson

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

William Robertson, een verdienstelijk Britsch geschiedschrijver, geboren den 19den September 1721 te Borthwick in Schotland. Hij werd in 1743 godsdienstleeraar te Gladsmuire, daarna lid van het hoogste Presbyteriaansche Kerkbestuur in Schotland, in 1762 Koninklijk kapellaan aldaar, vervolgens principaal der universiteit te Edinburgh en Koninklijk historiograaf van Schotland.

Hij overleed op zijn landgoed Grange House den 11den Junij 1793. Zijne geschriften onderscheiden zich door helderheid en onpartijdigheid; daarvan vermelden wij: „History of Scotland during the reigns of queen Mary and king James VI (1759, 2 dln)", — „History of the reign of the emperor Charles V (1769, 3 dln)”, — en „History of America (1777)”. Zijne werken zijn o. a. in 1865 in één deel uitgegeven.

James Burton Robertson, een Engelsch schrijver van Ultramontaansche kleur, geboren te Londen den 15den November 1800. Hij bezocht in 1809 het R. Katholiek collège van St. Edmund, bleef er tot 1819, werd in 1826 advocaat en volbragt vervolgens eenige reizen naar Frankrijk, waar hij zich bezig hield met letterkunde, wijsbegeerte en godgeleerdheid.

Weldra leverde hij eene Engelsche vertaling van de „Vorlesungen über die Philosophie der Geschichte” van Schlegel (1835) en van de „Symbolik” van Möhler (1843, 2 dln). In 1855 werd hij hoogleeraar in de nieuwe geschiedenis en in de aardrijkskunde aan de R. Katholieke universiteit te Dublin en later ook in de Engelsche letterkunde.

Van zijne talrijke geschriften vermelden wij: „On various subjects of ancient and modern history (1858)”, — het gedicht: „The prophet Enoch (I860)”, — „Lectures on Spain in the XVIII century, on the life, writings and times of Chateaubriand and on the Freemasons etc. (1864)”, — en „Lectures on the life, writings and times of Edmund Burke (nieuwe druk 1872)”.

Hij is sedert 1869 in het genot van een rijks jaargeld, en verkreeg in 1873 van den Paus de waardigheid van doctor in de wijsbegeerte.

James Craigie Robertson, een verdienstelijk beoefenaar der kerkgeschiedenis. Hij werd geboren te Aberdeen in 1813, studeerde te Cambridge, werd in 1839 kanunnik van Canterbury en in 1864 professor in de kerkgeschiedenis aan King’s collège te Londen. Zijn voornaamste geschrift is eene „History of the Christian church from the apostolic age to the reformation (nieuwe druk 1874—1875, 8 dln)”. Voorts leverde hij: „Sketches of church history (1855)”, — en „A biography of Thomas a Becket (1859)”.

Thomas William Robertson, een Engelsch tooneeldichter, geboren den 9den Januarij 1829 te Spalding in Lincolnshire. In 1860 begon hij stukken voor kleine schouwburgen te schrijven en behaalde grooten lof door zijn tooneelspel: „Society”, dat in 1865 in het nieuwe Prince of Wales-theater werd opgevoerd. Niet minder bijval vonden het blijspel: „Ours (1866)”, — de tooneelspelen: „Caste (1867)” en „Play (1868)”, — en de honderde malen achtereen vertoonde blijspelen: „School (1869)”, en „M.P. (Member of Parliament)”.

Zijne stukken onderscheiden zich door eene gelukkige keus van onderwerp, door eene juiste karakterteekening en door een geestigen dialoog. Hij overleed te Londen den 3den Februarij 1871.

< >