Rens

betekenis & definitie

Rens (Frans), een verdienstelijk Vlaamsch letterkundige, geboren te Geerardsbergen den 2den Februarij 1805, was van 1823—1843 controleur van den waarborg van gouden en zilveren werken te Gent en schoolopziener van het district Lokeren. Later woonde hij ambteloos te Gent en overleed aldaar den 20sten December 1874. Hij was voorzitter der maatschappij: „De taal is gansch het volk", — en van zijne geschriften vermelden wij: „Bijdragen in proza en poëzij" in het door hem uitgegeven „Nederduitsch letterkundig jaarboekje (1834—1874)”, — in het „Belgisch Muséum (1837—1846)”, — in het door hem geredigeerde tijdschrift: „Eendracht”, — en in de „bijdragen der Gazette van Gent voor Letteren, Kunsten en Wetenschappen”, — voorts: „Gedichten (1839)”, — en „Bladeren uit den vreemde (1855)”. „Al de gedichten van Frans Rens, verzameld door Lodewijk de Vriese” verschenen in 1875.