Prechtl (Johann Joseph, ridder von), een uitstekend werktuigkundige, geboren den 16den November 1778 te Bischofsheim aan de Rhön, studeerde te Würzburg in de regten, aanvaardde in 1802 een staatsambt te Weenen, doch bepaalde zich weldra uitsluitend bij wis-, natuur- en scheikundige studiën. Zijne verhandeling: „Lieber die Physik des Feuers oder System der Brennstoffsparkunst” werd in 1805 bekroond. In 1809 werd hem opgedragen, te Triëst eene zeevaartschool te stichten, in 1810 belastte hij zich met de natuur- en scheikundige lessen aan de reaalschool te Weenen, en in 1815 werd hij directeur van het polytechnisch instituut aldaar.
In 1818 zag hij zich benoemd tot Keizerlijk regéringsraad in werkelijke dienst en bleef aan het hoofd van gemelde inrigting van onderwijs tot 1849. Hij werd toen bij het ontvangen eener eervolle rust in den ridderstand opgenomen en overleed den 28sten October 1854. Van zijne geschriften vermelden wij: „Technische Encyklopadië (1830—1855, 20 dln; supplementen 18o7— 1869, 5 dln)”, waarin hij vele artikelen leverde, — „Grundlehren der Chemie in technischer Beziehung (2de druk, 1817—1818, 2 dln)”, — „Anleitung zur zweckmäszigsten Einrichtung der Apparate zur Beleuchtung mit Steinkohlengas (1818)”, — „Praktische Dioptrik (1828)”, — en Untersuchungen über den Flug der Vogel (1846)”.