Pool (De) noemt men elk der uiteinden van de denkbeeldige as, om welke onze aardbol zich beweegt. Men heeft dus eene zuid- en eene noordpool. In de nabijheid van deze laatste bevindt zich eene ster van de tweede grootte, tot den Kleinen Beer behoorende en de Poolster geheeten. Deze polen zijn, naar het uitspansel verplaatst, ook die des hemels.
Voorts spreekt men van de polen der ecliptica of de uiteinden eener as, die loodregt door de middelpunt van het vlak van den zonsweg gaat, en van de polen van den horizon, ook zenith en nadir geheeten. Omtrent het magnetische polen raadplege men het artikel Magnetismus. Poolcirkels zijn de beide cirkels, welke men zich voorstelt als op den aardbol getrokken en overal 23°27'30",19 van ééne der polen verwijderd. Zij liggen dus op de breedte van 66°22'29",81. Voor hen, die hier wonen, heeft de langste dag de lengte van een etmaal. — Poolshoogte is de hoogte der pool boven den horizon en tevens hetzelfde als geographische breedte; zij is alzoo voor eene plaats gelijk aan het gedeelte van den meridiaan, gelegen tusschen die plaats en den evenaar.