Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Penn

betekenis & definitie

Penn (William), de stichter van Pennsylvanië, werd geboren te Londen den 14den October 1644, toonde reeds vroeg eene zekere neiging tot godsdienstige dweeperij, en voegde zich als student te Oxford, na het hooren van den leeraar Loe, bij de secte der Kwakers, weshalve hij van de hoogeschool verwijderd werd. Nadat hij in 1662—1664 eene reis had volbragt door Frankrijk en de Nederlanden, wijdde hij zich aan de studie der regtsgeleerdheid. Door zijn vader verstooten, omdat hij zich in Ierland meer en meer bij de Kwakers aansloot, begon Penn te prediken in de straten van Londen. In 1668 werd hij wegens zijn geschrift: „The sandy foundation shaken” in den Tower opgesloten, en schreef er: „No cross, no Crown (1669)” en „Innocency with her open face”.

In September 1669 ging hij weder naar Ierland, maar werd er, omdat hij volgens de gewoonte zijner secte vóór den lord-major den hoed op het hoofd hield, op nieuw in den kerker geworpen. Na het overlijden zijns vaders in 1670 erfde hij een jaarlijksch inkomen van 1600 pond sterling en eene vordering op den Staat van 16000 pond sterling voor geleend geld. In het volgende jaar reisde hij in Holland en Duitschland en vond vooral in eerstgenoemd land vele aanhangers. Ook na zijn huwelijk in 1672 zette hij op zijn landgoed het bekeeringswerk voort. Nadat hij in 1678 nogmaals Duitschland en Holland bezocht had, ijverde hij voor de gewetensvrijheid, ook ten behoeve van de vervolgde R. Katholieken.

Om in de eerste plaats zijne geloofsgenooten tegen dergelijke vervolgingen te beveiligen, deed hij in 1680 aan de regéring het voorstel, om hem voor zijne schuldvordering een gebied in Noord-Amerika af te staan, en door een patent van 4 Mei 1681 ontving hij voor zich en voor zijne erfgenamen eene landstreek op den westelijken oever der Delaware, tusschen 40 en 43°N. B., met schier onbeperkte souvereiniteitsregten. Hij gaf daaraan, volgens den wensch des Konings, den naam van Pennsylvanië, en weldra trokken geheele huisgezinnen der in Engeland onderdrukte secten derwaarts. Hij zelf volgde in 1682, riep eene algemeene vergadering der volkplanters bijeen en bekrachtigde de reeds te voren ontworpen 24 artikels eener constitutie, welke later (1776) de grondslag werd van die der Vereenigde Staten.

Daarenboven knoopte hij vriendschappelijke betrekkingen aan met de Indianen, verkreeg van hen door aankoop uitgestrekte landen, en stichtte in 1683 de stad Philadelphia. In 1684 keerde hij naar Engeland terug en poogde er verdraagzaamheid te verwerven voor zijne geloofsgenooten, — ’t geen hem eerst gelukte onder de regéring van Willem III. Zijne vijanden beschuldigden hem daarna van verraderlijke zamenspanningen met de Stuarts, zoodat de regéring een hoogen borgtogt van hem vorderde. Omdat hij deze niet kon betalen, beroofde men hem van zijne kolonie. Driemaal werd hij in hechtenis genomen en voor de regtbank gebragt, maar telkens vrijgesproken. In 1694 herkreeg hij zijn eigendom en vertrok naar Amerika, doch kwam weldra ter bevordering van de belangen zijner geloofsgenooten, nogmaals in Europa.

Hier schreef hij zijn laatste werk, getiteld: „Fruits of solitude”. In 1695 trad hij ten tweeden male in het huwelijk met Anna Calhowhill. Met haar reisde hij in 1699 weder naar zijne kolonie, maar moest zich reeds in 1701 op nieuw naar Engeland begeven, om zijne regten te handhaven, daar men alle gouvernementen, aan particulieren toebehoorend, in Koninklijke wilde veranderen. Daar zijne geldmiddelen door zijne groote milddadigheid zeer waren verminderd, verkocht hij eindelijk in 1712 zijn eigendomsregt op Pennsylvanië aan de Kroon voor eene som van 280000 pond sterling, en leefde daarna zeer afgezonderd op zijn buitenverblijf Rushamb in Buckinghamshire, waar hij den 30sten Mei 1718 overleed. Zijne gezamenlijke geschriften zijn in 1726 en 1782 in 2 deelen in het licht verschenen.

< >