Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Peerlkamp

betekenis & definitie

Peerlkamp (Petrus Hofman), een uitstekend Nederlandse}] letterkundige, geboren te Groningen den 2den Februarij 1786, studeerde, en promoveerde in zijne geboortestad in de letteren en was achtervolgens praeceptor te Haarlem, rector te Dokkum en rector te Haarlem, en werd in 1822 gewoon hoogleeraar in de oude letteren te Leiden. In 1849 legde hij die betrekking neder, vestigde zich te Hilversum en overleed aldaar den 27sten Maart 1865. hij schreef: „Vitae excellentium Batavorum (1806)”, — „Epistolae excellentium Batavorum (1808)”,— „Vita C. Hugenii (1817)”, — „De vita, doctrina et facultate Neerlandorum, qui carmina latina composuerunt (1818; 2de druk, 1838)”, — „Opmerkingen betreffende de Staten-Overzetting van de Evangeliën en Handelingen der Apostelen”, — „Hulde aan de nagedachtenis van A Loosjes (1818)”,enz.,— en leverde eene reeks van voortreffelijke uitgaven van Grieksche en Latijnsche geschriften van Xenophon van Ephese (1818), — van den „Agricola” van Tacitus (1827)”, — van de „Oden” van Horatius (1834; 2de druk, 1862)”, van diens „Ars poëtica” en „Hekeldichten”, — van de „Aeneïs” van Virgilius (1843 , 2 dln), enz. Ook stichtte hij met Bake en anderen de „Bibliotheca critica nova”.

< >