Parry (William Edward),een Britsch noordpoolreiziger, geboren te Bath den 19den December 1790, diende sedert 1808 op het fregat „Tribune”, woonde gevechten tegen de Denen bij en werd in 1811 ter bescherming van de walvischvangst naar het noorden gezonden.
Bij de expeditie, welke in 1818 onder kapitein Ross vertrok om eene noordwestelijke doorvaart te zoeken, werd hij bevelhebber van het tweede schip „Alexander”. Gedurende eene tweede ontdekkingsreis derwaarts, het volgende jaar ondernomen, overwinterde hij op Melville-eiland, drong in de Poolzee door tot op 76° N. B. en ontving daarvoor bij zijn terugkeer in November 1820 den uitgeloofden prijs van 5000 pond sterling. Een derden togt volbragt hij in 1821 met kapitein Lyon, en in 1814 een vierden, van welken hij het volgende jaar terugkeerde, nadat hij den winter in de Prince-Regents-baai op 71° N. B. had doorgebragt. De merkwaardigste uitkomst van zijne togten was het opsporen van de Barrow-straat. Met het schip „Hecla” ondernam hij in 1827 eene vijfde expeditie naar het noorden, maar keerde reeds in October van dat jaar terug. In 1829 zag hij zich tot ridder benoemd en vertrok als commissaris van een landbouwgenootschap in Australië naar Port Stephens, waar hij tot 1834 vertoefde, ontving toen den last om de pakketpostdienst te organiséren, werd in 1852 schout-bij-nacht van de Blaauwe Vlag, in 1853 vice-gouverneur van het marinehospitaal te Greenwich, en overleed te Bad Ems den 8sen Julij 1855. Hij schreef: „Four voyages to the North Pole (1833, 5 dln)”. — Eene groote eilandengroep, eigenlijk uit 3 groepen bestaande, in de Noord-Amerikaansche Poolzee is naar hem genoemd.
