Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Parini

betekenis & definitie

Parini (Giuseppe), een Italiaansch lier- en hekeldichter, geboren den 22sten Maart 1729 te Bosisio op het grondgebied van Milaan, onderscheidde zich reeds vroeg door groote gaven des geestes. Hij wijdde zich eerst aan de studie der godgeleerdheid, maar moest, door eene zware ziekte verlamd, daarvan afzien, zoodat hij zich bij die der letteren bepaalde. Nadat zijne eerste gedichten nagenoeg onopgemerkt waren gebleven, leverde hij in 1763 een didactisch hekeldicht, getiteld: „II mattino”, waardoor hij grooten roem verwierf. Twee jaar later verscheen het vervolg daarop onder den titel: „II mezzogiorno”, doch eerst na zijn dood werden: „II vespro” en „La notte” ter perse gelegd.

Deze vier gedichten, waarin het ligtzinnig en berispelijk levensgedrag van den Milanéschen adel met bijtenden spot wordt doorgehaald, vormen één geheel onder den gemeenschappelijken naam: „II giorno” en behooren tot de voortreffelijkste voortbrengselen der Italiaansche letterkunde. De aristocratie te Milaan gevoelde zich daardoor diep gekrenkt en Parini zou aan hare wraakzucht niet ontkomen zijn, zoo hij geen beschermer had gevonden in graaf Firmian, den Oostenrijkschen gouverneur van Lombardije. Deze belastte hem met de redactie van de „Gazetta milanese” en benoemde hem tot hoogleeraar in de dichtkunst en welsprekendheid aan de Palatijnsche school te Milaan, en na de opheffing van deze in 1769 tot leeraar aan het gymnasium der Brera. Later werd hij directeur van laatstgenoemde inrigting. Na den inval der Franschen zag hij zich benoemd tot lid van den stedelijken raad te Milaan, maar verloor die betrekking na den terugkeer der Oostenrijkers.

Hij overleed den 15den Augustus 1793. Fijne geestigheid, eene oorspronkelijke verbeelding, een bloemrijke en tevens krachtige stijl en eene meesterlijke versificatie kenmerken bovenvermeld gedicht. Zijne overige verzen vielen minder in den smaak, met uitzondering van eenige voortreffelijke oden. Zijne „Opere” zijn in 1801—1804 in 6 deelen te Milaan in het licht verschenen.

< >