Osiander (Andréas), eigenlijk Hosemann, een uitstekend godgeleerde, geboren den 19den December 1498 te Gunzenhausen bij Nürnberg, studeerde te Ingolstadt en Wittenberg, omhelsde de gevoelens van Luther en werd in 1522 eerste evangelieprediker in de St.
Laurenskerk te Nürnberg. In die betrekking was hij tegenwoordig bij het godgeleerd gesprek te Marburg en bij den Rijksdag te Augsburg, terwijl hij de Schmalkaldische artikelen mede onderteekende. Hij schreef voorts eene „Harmonia evangelica”. Ten gevolge van het Augsburger Interim, waaraan hij zich niet wilde onderwerpen, verloor hij in 1548 zijne betrekking, maar aanvaardde tevens het ambt van evangelieprediker en hoogleeraaraar in de godgeleerdheid aan de pas gestichte universiteit te Königsberg, alwaar men hem in 1561 tot vicepresident van het Samlandsche bisdom benoemde. Zijn gevoelen, dat de regtvaardigmaking niet moest beschouwd worden als eene geregtelijke daad van God, maar als iets persoonlijks, als de werking eener inwendige geregtigheid, voortspruitende uit eene geheimzinnige vereeniging met Christus, haalde hem de verbittering op den hals der gestrenge volgelingen van Luther. Nadat hij inmiddels den 17den October 1552 overleden was, bleef de twist aanhouden, totdat alle volgelingen van Osiander in 1567 uit Pruissen werden verbannen. — Ook zijn zoon en kleinzoon waren schrandere godgeleerden.