Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Oplegging der handen

betekenis & definitie

Oplegging der handen is eene zeer oude, zinnebeeldige plegtigheid, reeds bij de Grieken, Romeinen en Israëlieten in zwang. Zij diende om eene toewijding of overdraging aan te duiden en had dus vooral plaats bij offeranden en bij het aanvaarden van ambten.

In de Christelijke Kerk beschouwt men de oplegging der handen als een zinnebeeld der mededeeling van den Heiligen Geest, weshalve zij plaats heeft bij den doop, de confirmatie, de absolutie en de ordinatie, — voorts in de Hervormde en Luthersche Kerk bij het inwijden van een leeraar tot zijne bediening. Vooral komt de oplegging der handen in de R. Katholieke Kerk te pas bij de toediening van het vormsel (impositio manuum), hoewel nog niet werd uitgemaakt, of de oplegging der handen dan wel de gewijde olie de hoofdzaak is bij dit sacrament.

< >