Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Notabelen

betekenis & definitie

Notabelen (notables) noemde men weleer alleen in Frankrijk aanzienlijke en rijke staatslieden. Toen de Algemeene Staten (Etats généraux) er lastig begonnen te worden voor het absolutismus der Koningen, zocht men die door het bijeenroepen van Vergaderingen van Notabelen (Assemblées des Notables) op den achtergrond te schuiven. De eerste vergadering van dezen aard werd in 1369 belegd door Karel V.

Daar zulke vergaderingen, wat hare zamenroeping, zamenstelling en bevoegdheid aangaat, geheel en al afhankelijk waren van de willekeur van het Hof, toonden zij zich steeds bereidvaardige werktuigen van het despotismus, zoolang namelijk de belastingen de Notabelen zelven verschoonden. In den loop der jaren ontving echter de instelling van Notabelen een dergelijken vorm als het Parlement. In Januarij 1658 bijv. verschenen op de Vergadering van Notabelen de afgevaardigden der 3 bevoorregte standen, alsmede die der hooge geregtshoven, en eene dergelijke vergadering werd in 1596 door Hendrik IV te Rouen belegd.

Bij het toenemen van het absolute gezag der Koningen verliep dat der Notabelen, en na eene vergadering van 35 Notabelen, door Richelieu in 1826 te Parijs belegd, geraakte dit gedeelte van den vertegenwoordigenden regéringsvorm in vergetelheid. Eerst toen de financiën zich in reddeloozen toestand bevonden, nam onder Lodewijk XVI de minister Colonne den 22sten Februarij 1787 zijne toevlugt tot eene zamenroeping van Notabelen.

Zij bleven bijeen tot den 25sten Mei en gaven hunne goedkeuring aan de belastingsontwerpen der regéring. Daar deze echter door het Parlement niet gewettigd waren, en alzoo eene zamenroeping der Standen onvermijdelijk was, riep Lodewijk XVI den 6den November 1788 de Notabelen nogmaals bijeen, om over de zamenstelling en de bevoegdheid der Standen een oordeel uit te spreken.

Toen bleven de Notabelen vergaderd tot den 12den December 1788 en kwamen in verzet tegen de verdubbeling van het aantal afgevaardigden uit den derden stand.

Notabelen noemt men in de Nederlandsche Hervormde Kerk aanzienlijke, tot die betrekking gekozene gemeenteleden, die bij beroepingen van predikanten enz. met kerkvoogden één collégie vormen.

< >