Nota (Alberto), een Italiaansch blijspeldichter, geboren den 15den November 1755 te Turijn, studeerde in de regten, werd in 1811 substituut-procureur bij de Keizerlijke regtbank te Vercelli, maar liet bij de restauratie van 1814 die betrekking varen, waarna hij secretaris en bibliothecaris werd van prins Carignan, later koning Carlo Alberto. In 1818 trad hij weder in staatsdienst en werd onderintendantgeneraal te Nizza, vervolgens te San Remo in Piémont, en eindelijk intendantgeneraal te Casala en Cuneo. Hij overleed te Turijn den 18den April 1847.
Men houdt hem voor den besten blijspeldichter uit de school van Goldoni. Hij onderscheidt zich vooral door eene uitmuntende karakterteekening en door verrassende verwikkelingen.
Tot zijne beste stukken behooren: „I primi passi al mal costume”, — „II progettista”, — „II nuovo ricco”, — en „L’ammalato in immaginatione”, — „La flera”, — „La pace domestica'’,— „La vedova in soletudine”, — en „II filosofo celibe”.